Café Terminus
Ik lees veel, maar vooral schrijvers die ik al ken. Een vriend vertelde mij dat dat niet goed was. Ik zou ook schrijvers die ik niet kende, en vooral ook vrouwen, moeten lezen. Het was hem namelijk opgevallen dat ik weinig boeken van vrouwen las. Dat laatste is overigens helemaal niet waar. Ik heb bijvoorbeeld veel gelezen van Hella Haasse en Racha Peper en E. Annie Proulx. Maar mijn vriend is een academisch gevormde literatuur wetenschapper. Zo’n persoon spreek je niet graag tegen. Ik lees ook boeken van schrijvers die ik niet ken. Soms gaat dat goed. Meestal niet. Die boeken van die onbekende schrijvers kies ik vooral op titel of de omslag. Zo kwam ik thuis met het boek Café Terminus van Robert Brouwer. Ik koos het boek omdat er in Wageningen, in de Bevrijdingsstraat, iets achter Hotel de Wereld, een café Terminus was. Nu moet ik uit mijn geheugen putten. Ik ben ooit één keer bij Terminus binnen geweest. Het was een oud bruin café. Mogelijk met een leren voorhang om de kou buiten te houden. Verder rook het naar rook en verschaald bier. En aan de bar diverse personen die er te vaak zaten. Hoe mooi was het geweest als er nog een foto aan de muur hing van het bezoek van Prins Bernhard aan Terminus. Helaas, hij was niet verder gekomen dan Hotel de Wereld. Nu blijkt dat boek genomineerd geweest te zijn voor de Hans Vervoort prijs. De prijs is ingesteld door Hans Vervoort en een onbekende literatuurdeskundige. Als je op internet een beetje zoekt dan is de onbekende deskundige wel te achterhalen. Het lijkt erop dat hij vooral voor de centjes in het complot zit. Maakt mij niet uit. Die prijs is ingesteld voor verhalend proza van neerslachtige en toch opbeurende aard. Beetje vergezocht criterium, maar ach vooruit maar. Het levert wel 10.000 euro per uitreiking op. Café Terminus haalt uiteindelijk van de 85 ingezonden boeken, de short list van vijf boeken. De prijs is niet gewonnen. Jammer voor de kleine uitgeverij Finisterre. De prijs steeg wel in mijn achting want de goedbedoelde poging van Robert Brouwer is nauwelijks door heen te komen. In het vervolg ben ik voorzichtiger in mijn keuze voor een geschikt leesboek. Kiezen uitsluitend op titel is mogelijk geen goed criterium. Normaal gesproken zou dit het einde van deze korte ontboezeming zijn. Echter, naar de bibliotheek gestuurd om een boek te zoeken van een schrijver met de naam Verbiest. Ik had er nog nooit van gehoord maar het boek was ook niet voor mij. Verbiest was er niet, maar een boek van Hans Vervoort wel. Kende de beste man niet als schrijver, maar hier had ik wel een roman van 443 bladzijden in handen. Het leek me redelijk dat boek te lezen. Het was deel drie van een serie over de Weekbladpers. Het kon los van de andere delen gelezen worden. Dat vind ik een loze opmerking. Elk los deel kan los van de andere delen gelezen worden. Het gaat om de samenhang. Die samenhang was blijkbaar niet zodanig aanwezig dat het storend werd. In die 443 bladzijden wordt het duidelijk waarom Hans niet heel veel vrienden aan zijn lange verblijf bij dit bedrijf heeft overgehouden. Het is meer een journalistiek dan een literair document. Het geeft een aardig beeld van het bladen bedrijf. Ik wilde er eigenlijk niets over weten, maar het boeide voldoende om tot het eind door te lezen. Overigens, toen ik het boek in de bibliotheek op mijn kaart wilde zetten, had het apparaat daar een ander idee over. Object onbekend. Ruwe omschrijving. Er had ook kunnen staan: het boek komt niet in ons bestand voor, of iets anders vriendelijks. Bij de balie zei de mevrouw: gefeliciteerd, u heeft een boek gevonden dat niet meer in ons bestand zit. Neem het maar mee. Toen ik weg liep, riep ze mij na: niet terugbrengen. Leek wel een dreigement.
3 december 2024
Twee weken weg.
Het komt nog voor. Uitgerekte furore. Je doet iets en uiteindelijk, overigens meestal na je dood, wordt de genialiteit duidelijk. Dat zal mij niet gebeuren. Mijn tientallen publicaties in semi-wetenschappelijke periodieken waren, volgens een goede vriend, vooral een herhaling van zetten. Ooit zei iemand tegen mij, wat knap dat je telkens weer een nieuwe titel weet te verzinnen. Hoe anders was dat bij Hans Keilson. Hij was 91 toen hij uiteindelijk toch nog de roem kreeg die hij verdiende. Zijn boek met de Nederlandse titel, In de ban van de tegenstander, werd een internationale bestseller. Dat was in 2010. Het boek verscheen voor het eerst in 1946. Een ander prachtig voorbeeld is het boek Twee weken weg. Het is geschreven door R.C. Sheriff en verscheen in 1931 als The Fortnight in September. Volgens belangwekkende recensenten was het toen een succes. Hoe groot dat succes was, is niet te achterhalen. Het lijkt mij wat overtrokken. Anders was er geen 90 jaar overheen gegaan voordat de vertaling op de Nederlandse markt verscheen. Er zijn boeken die je in een ijzeren greep nemen. Spanning, angstzweet en uiteindelijk de beslissing om het boek niet voor het slapen gaan te lezen. Bij dit boek, in Nederlandse vertaling Twee weken weg, niets van dat alles. 352 bladzijden waarin niets gebeurt. Niets, ik vind geneuzel over niets, niets. Dat kan ik verkeerd zien. Misschien is het wel literatuur. Na dat eerste boek verscheen nog een tweede. Een tweede leven. Daar gebeurde zo weinig dat er zelfs geen literatuur meer van te maken was.
16 november 2024
Boek gezocht
Ik krijg zo’n twintig keer per jaar de vraag naar een boek, wat ik niet heb. Vaak zijn het bellers die al zuchtend uitbrengen dat ze er al zo lang naar zoeken. Bellers zijn iets minder van de huidige digitale mogelijkheden. Nou ben ik dat als bejaarde ook nauwelijks, maar toch aanzienlijk meer dan de gemiddelde bellende stakker.
Ik werd gebeld door een man die een poosje bij mij op kantoor had gezeten. Ik had doorgekregen dat hij nogal dement was geworden. Wij dachten dat hij al heel lang ver heen was. Maar hij was zo helder als glas. Ik vermoed dat onze gedachte aan zijn dementie door zijn vrouw kwam. Als we hem een vraag stelden, dan gaf zijn vrouw antwoord. Nu blijkt hij niet dement, maar hij heeft wel een draak van een vrouw.
Hij belde voor een boek dat hij aan zijn zoon wil geven. Die is bankier. Niet een lezerig slag mensen.
10 september 2021
Zomertijd
Tweemaal per jaar is er discussie hier ten huize over de wijziging van de tijd. In maart over de zomertijd, in oktober over de wintertijd. Moet de klok vooruit of achteruit. Gisteren was er een licht op TV die zei een ezelsbruggetje te hebben. In het voorjaar vooruit. Begint allebei met een V. Belangrijke toevoeging, hadden we zelf nog niet bedacht. Aangezien alle bewoners in ons huis zich ergeren aan het omzetten van de tijd, wij spreken in dit verband over het nutteloos omzetten van de tijd, komt telkenmale de schuldvraag ter sprake. Het zou met energie te maken hebben. Of met boeren. Dat de boeren niet in het donker de koeien willen melken of niet in het licht. Maar ja, weet een melkrobot dat ook. Het kan ook met gezondheid te maken hebben. Je kan langer buiten zitten. Een boekhandelaar zit nooit buiten. De boeken zijn namelijk binnen. Het waarom van het omzetten lijkt een filosofische discussie. Dat is mooi, want dan kan iedereen er iets van vinden.
Een laatste puntje is het daadwerkelijk omzetten van de tijd. Telefoons zijn zo slim dat ze het zelf doen. Mijn horloge, met een minuscuul knopje aan de zijkant, niet. Zonder hulp van anderen beland ik niet eens in de nieuwe tijdzone. Ze zouden een grotere knop moeten uitvinden. Dat zou kunnen, maar die knop is er voorlopig niet. Ik kan mij voorstellen dat veel bejaarden dat omzetten niet voor elkaar krijgen. Wellicht is dat de reden waarom de oudere medemens overal te vroeg, ik zeg veel te vroeg, aankomt.
28 maart 2021
De Wet van Murphy
Wat mis kan gaan, gaat mis. Dat is de eenvoudige tekst van deze wet. Als iets valt, dan altijd zodanig dat de meeste schade wordt aangericht. Je laat een boterham vallen, en hij valt met de beboterde kant op het tapijt. Je zet iets in elkaar en de verkeerde beschrijving is meegeleverd, er ontbreekt één schroefje, er zitten draadjes bij die te kort zijn. Ook kunnen er gaten zijn voorgeboord die niet gebruikt behoeven te worden of er zijn plaatsen waar wel gaten moeten zitten maar er niet zijn. Dat laatste lijkt niet erg, maar is het wel. Bij het in elkaar zetten van iets, sta ik je al strak van de spanning. Verwarring over gaten kan je er niet bij hebben.
Voor onze nieuwe aanbouw moest er een klein bureautje komen. Het was nergens te vinden tot wij op een onfortuinlijk moment bij Vida XL terechtkwamen. Voor minder dan 100 euro een bouwpakket. Wat kan daar misgaan, zou je denken. Ik kan nu reeds verklappen, heel veel. Na het uitpakken was ik de draad al binnen een kwartier kwijt. Maar er kon gebeld worden. Mijn vraag was simpel: zijn alle gaten die in de verschillende onderdelen zitten functioneel, of hebben we te maken met een op hol geslagen computer. Op de website bleek dat je niet kunt bellen, maar dat je kon chatten. Op mijn vraag kreeg ik een wedervraag. Klopt de rekening niet ? Blijkbaar klopte de rekening zo vaak niet dat ze de antwoord-computer die vraag altijd maar lieten stellen. Toen ik mijn vraag herhaalde werd mij gevraagd om alle onderdelen te fotograferen. Ik heb een paar foto’s gestuurd. Toen ik daarna de vraag kreeg om een lijst te sturen van alle meegestuurde onderdelen, brak ik. Ik heb het opgegeven en ben op eigen inzicht aan de slag gegaan. Het eindresultaat heeft wel iets weg van een bureautje. Het feit dat ik niet graag gebruikshandleidingen lees, en liever direct begin tot het helemaal in de soep loopt, wreekt zich natuurlijk. Halverwege moest ik schroeven weer verwijderen. Dat is niet bevorderlijk voor de stevigheid van het geheel. Uiteindelijk een dag bezig geweest. Toen moest ik allerlei onderdelen gaan schilderen, omdat ze op de verkeerde plaats terechtgekomen waren. Alleen de planken aan de voorkant waren gelakt. Wist ik natuurlijk niet. De laden heb ik er helemaal niet ingekregen. Die liggen in het bureau los op een stapeltje.
Gisteren een kast van IKEA in elkaar gezet. Met het voorafgaande in gedachten met enige spanning tegemoet gezien. Maar wat is het geval. Na een hele dag knutselen, samen met de huisgenoot, is het gelukt een kast te produceren. En alle schroefjes en dingetjes zijn op. De conclusie: de Wet van Murphy gaat altijd op, maar is niet altijd van toepassing.
31 december 2020
De avonden
Al jaren lees ik in de periode tussen kerst en nieuwjaar De avonden. De avonden is, daar bestaat wat mij betreft geen twijfel over, het meesterwerk uit de Nederlandse literatuur. Niet een, maar het meesterwerk. Mijn bewondering ging zover, dat ik ook nog poosje het idee heb gehad om alle drukken te verzamelen. Ik leek ook aardig op weg. Begin 2020 had ik in ieder geval de eerste 15 drukken. Althans dat dacht ik. Ik kreeg een bestelling voor de eerste druk van dit prachtige boek. Toen bleek dat het niet meer in de handelsvoorraad zat, wilde ik het eigen exemplaar wel verkopen. Het bleek nog niet zo eenvoudig om vast te stellen of boek en stofomslag bij elkaar hoorden. Maar, samen met de klant kwamen we eruit. Het boek was een eerste druk, en de stofomslag was van de derde druk. Ik dacht dat ik gek werd. Niet van het feit dat ik hier ooit 300 gulden voor betaald had. Meer om het feit dat ik jarenlang een dwaalgast had gekoesterd. Ik ben ook geen verzamelaar. Ik heb het boek met de stofomslag voor 20 euro verkocht en de rest van de verzameling De avonden voor ramsj prijzen in de verkoop gegooid. Weer een halve meter kast opgeruimd. Een mens wordt ouder en mijn huisgenoot zegt dat je dan moet opruimen. Een andere, triviale reden om het boek een jaar over te slaan, de hoofdpersoon is eigenlijk een vervelende kwast. Dat was me nooit zo opgevallen. Soms valt het kwartje, soms vroeg, soms laat.
18 december 2020
Verzamelde gedichten
Vandaag stond een mevrouw voor de deur. Met een rugzak. Ik kom het boek halen. Daar was ik wel enigszins van ondersteboven. Ik was me van geen ophalen bewust. Welk boek ? Nou de Verzamelde Verzen van Jacqueline van der Waals. Ik zit meer dan 30 jaar in de boeken en ik heb nog nooit, van wie dan ook, verzamelde verzen verkocht. Maar ik had u toch bericht dat ik het boek eerst in de opslag moest gaan halen. Ik zei halen, maar ik bedoelde zoeken. Ik wilde het niet te zwaar aanzetten. Dat bericht had ze niet gehad. Maar mevrouw, er is nog een ander probleem. Ik kan het boek niet vinden. Het boek is er niet. Haar gezicht betrok zodanig dat ingrijpen van mijn kant gewenst was. Maar mijn man is jarig. Wanneer ? Op 9 november. Om een eind aan deze ongemakkelijke situatie te maken, bezwoor ik haar dat ik het boek voor die datum voor haar zou vinden. Vanmiddag heb ik het gekocht. Voor ongeveer mijn verkoopprijs. Ik ga op deze transactie verliezen, maar ik wil geen huilende vrouwen met een rugzak in de voortuin.
28 oktober 2016
Klopt dat wel ?
Het hoort blijkbaar bij de tijdgeest. Betwijfelen van dingen die je niet uitkomen of die je eenvoudigweg niet begrijpt. Er is veel ophef over de toevoeging van gemalen autobanden aan kunstgrasvelden. Het lijkt erop dat ze de gezondheid kunnen schaden. Lijkt me geen onredelijke gedachte. De Stichting Band en Milieu, wie verzint er zo’n naam, geeft in een radio interview aan dat er niets aan de hand is. Er zijn de dienstdoende spreekstalmeester geen verontrustende onderzoeken bekend.
In onze lokale krant staat een interview met twee mannen, zo te zien vader en zoon. Ze staan tussen een berg autobanden. Één van de mannen geeft aan dat je gemalen autobanden kunt eten. De voedingswaarde valt misschien tegen, maar verder niets aan de hand.
Een Amerikaanse presidentskandidaat geeft aan dat als hij niet wint, hij de uitslag niet respecteert. Dat hij al ver achter staat in de peilingen en dat hij niet goed wijs is, neemt hij niet in zijn oordeel mee.
Ik wil er maar mee zeggen, je gelooft wat je het beste uitkomt.
Ik werd vorige maand gebeld. Een beverige stem vroeg mij of ik geïnteresseerd was in een partij boeken. Volgens haar zeggen een partij van minstens 5.000 exemplaren. Toen ik aangaf dat ik dat vaker gehoord had, en dat we het vervolgens met een paar bananendozen wel hadden gehad, gaf ze aan dat alles beschreven was, en dat de teller op 5.000 stond. Ik vond het interessant genoeg om de boeken te gaan bezoeken. Bij aankomst bleek ook haar zoon aanwezig. Een bodybuilder zo te zien, in ieder geval geen lezer. Ze vertelden over de verzameling van hun overleden man en vader. Hij bleek een nogal fanatieke verzamelaar geweest te zijn. Hij wilde alles hebben over de Tweede Wereldoorlog wat in boekvorm was verschenen. Het huis was één grote boekenkast geworden. De boeken stonden niet alleen op de eerste, maar ook op de tweede verdieping. In het boekenvak geldt de regel, hoe hoger de boeken, hoe lager de prijs. Toen we na de excursie aan de boeken weer in de woonkamer zaten, vertelde mevrouw dat ze haar man gevraagd had de boeken te prijzen. Dit onzinnige advies had hij opgevolgd. Hij had elk boek opgezocht bij Boekwinkeltjes, Antiqbook en Abebooks. Bij meerdere aanbieders had hij de gemiddelde prijs genomen. Dat was vooral bij boeken die veel werden aangeboden, nog wel een werkje. Wat hij niet kon vinden ging hij zoeken op Marktplaats en op sites van veilingen. Voor een aantal boeken had hij lange telefoongesprekken moeten voeren met antiquariaten, die het natuurlijk ook niet wisten.
Er begon iets bij mij te dagen. Namelijk dat deze partij niet naar mijn overvolle opslag zou gaan verhuizen. Eigenlijk deed mijn bod er niet meer toe. Het was me de afgelopen 30 jaar nooit gelukt een partij boeken van wijsneuzen te kopen. De verzamelaar kwam tot een totaal prijs van 60.000 euro. Ze zeiden erbij dat ze dat veel vonden en dat zij er vanuit gingen dat ze dat niet zouden krijgen. Dat was ik met ze eens. Ik heb ze uiteindelijk 3.000 euro geboden. Veel geld in een tijd dat er een overschot aan boeken in de markt is. Ik kreeg een mailtje dat ze er vanzelfsprekend niet op ingingen. Ik had nog een verklaring kunnen vragen voor het vanzelfsprekende. Ik heb het niet gedaan. Ik heb ze succes gewenst. En die 60.000 euro. Ach, dat geloof ik natuurlijk niet. Niet omdat mij dat het beste uitkomt, maar omdat het zo is.
23 oktober 2016
Zwolle
Het is 2 juni 2013. De temperatuur neigt naar boven de 15 graden. Het is de eerste zondag van juni, en dat betekent: Zwolse Boekenmarkt. Drie eerste zondagen van de maand zijn er weer grote boekenmarkten. In juli Dordrecht en in augustus Deventer. Daarna zijn we er weer vanaf. Belangrijker is echter het weer. Regent het wel of regent het niet. Moet de winterjas aan of is het korte broeken weer. Overigens ben ik een verklaard tegenstander van de korte broek, zeker voor de man. Naar mijn idee kan het niet zo warm zijn dat een korte broek nodig is. Enge harige benen moet je vooral achter de voordeur houden.
Het gaat een drukke dag worden. Volgens de regionale krant is er veel te doen in Zwolle. De opening van Museum De Fundatie, een wijn gebeurtenis en nog wat zaken die me ook heel druk lijken. De krant is er onduidelijk over. De boeken worden niet genoemd. Je kan niet alles hebben. Omdat ik er vanuit ga dat het ontzettend druk zal worden, lijkt het een goed idee om de auto in ’t Harde te zetten, en daar de trein te pakken. De trein is niet druk, en de binnenstad van Zwolle helaas ook niet. Ik krijg een déja vu gevoel. Niet van boekenmarkten maar van het pausbezoek aan Den Bosch en de start van de Tour de France ook in Den Bosch. In 1985 bezoekt Paus Johannes Paulus II onder andere Den Bosch. De gemeente zegt tegen eenieder die het maar horen wil, dat het vol wordt, overvol. Dat laten de potentiële bezoekers zich geen twee keer zeggen. Ze blijven massaal weg. Als de gemeente Den Bosch een leerling was, dan zou je zeggen: moeilijk lerend. De praktijk is erger. In 1996 start de Tour de France in Den Bosch. Hetzelfde doemscenario wordt weer uit de kast gehaald. De stad is hermetisch afgesloten. Alle bezoekers worden met bussen vervoerd. In mijn herinnering waren die opstapplaatsen voor de bus iets onder Nijmegen. Het bleek niet druk te zijn. Sterker nog, het was zo leeg dat parkeren op een paar meter van de finish best gekund had. U begrijpt het al. Het was niet druk in Zwolle. Angst is altijd een slechte raadgever.
Ik heb een aantal keren in Zwolle op de boekenmarkt gestaan. Het was altijd slecht weer. Volgens mij werd het ook per jaar slechter. In Zwolle was de omzet al snel geen criterium meer. Het ging er eigenlijk alleen maar om dat de boeken weer droog mee naar huis konden. Toen ik de laatste keer op de kopse kant van de markt een volle windkracht 5 op de kraam had, besloot ik niet alleen achter de kraam, maar ook voor de kraam zeilen te spannen. Hiermee was ik alle mogelijke omzet kwijt, maar ik zat lekker winddicht achter mijn kraam. Mijn overbuurman kwam mij na verloop van tijd vertellen dat de zeilen weg moesten. Hij had het idee dat hij was buitengesloten en omzet miste. Dat hij was buitengesloten klopte. Ik zou hem er in mijn kraam echt niet bij willen hebben. Of hij omzet miste was natuurlijk niet vast te stellen. Ik kom me bij zijn handel niets voorstellen dat op omzet leek. Hij meldde mij verder nog dat, als ik het niet deed, hij mij in elkaar zou slaan. Dat had ik nou ook weer niet voor mijn principes over. Ik heb de zaak ingepakt en ben vertrokken. Sinds die tijd is het weer tijdens de Zwolse Boekenmarkten veel beter.
2 juni 2013